Fasering

In theorie zou DLS werkzaam kunnen zijn in allerlei domeinen, zoals zorg, sociale zaken, wonen, openbare ruimte, enzovoorts. En dat zou kunnen gebeuren in alle (ongeveer) 350 gemeenten in Nederland. Het is echter niet verstandig om DLS meteen in deze breedte en diepte op te starten. Daarom zal er een gefaseerde aanpak worden gevolgd.

Het is allereerst belangrijk om te kijken of DLS meerwaarde heeft, in aanvulling op wat bestaande organisaties al bieden. Daarom willen we beginnen met DLS voor het domein ‘Zorg’ in een klein aantal gemeentes en met een beperkte scope.

De zorg is in alle complexiteit en met meerdere samenhangende systemen een domein waar meerwaarde te verwachten is. Deze keuze sluit daarnaast goed aan bij de kennis en het netwerk van de initiatiefnemer van DLS. Hoewel de initiële focus dus op de zorg ligt, is van belang om bij de invulling een zoveel mogelijk generieke aanpak te kiezen die, bij gebleken meerwaarde, ook in andere domeinen toepasbaar is.

Door een slimme selectie van gemeenten kan een aanpak worden ontwikkeld en getest die breder inzetbaar is. Vooralsnog wordt gedacht aan de volgende gemeenten:

  • Delft: ca. 100.000 inwoners, vooral in een stad
  • Haarlemmermeer: ruim 150.00 inwoners, in tientallen kernen
  • Woensdrecht: ruim 20.000 inwoners, in vijf dorpen
  • Gemeente in het Oosten: n.t.b.
  • Gemeente in het Noorden: n.t.b.

Voor de scope wordt in eerste instantie gekozen voor de twee ‘laagste’ niveau’s zoals in de opzet besproken: (1) monitoren of de missie van DLS door anderen wordt gerealiseerd en (2) anderen stimuleren om verbeteringen op te pakken waar dat nodig is. Op geleide van de ervaringen hiermee kan later worden bekeken of het nodig is om als DLS ook het derde niveau (zaken zelf organiseren) op te pakken.

Voor elk van de 5 gemeentes zullen (tenminste) twee lokale vrijwilligers worden gezocht die niet alleen de lokale taken kunnen invullen/oppakken maar ook samen een start zullen maken met de landelijke organisatie.

Deze eerste fase zal goed worden geëvalueerd, zowel de lokale aanpak als de landelijke ondersteuning. De uitkomsten hiervan kunnen worden verwerkt in een plan voor de implementatie voor het domein ‘Zorg’ in heel Nederland. Om het goed te kunnen doen, ligt een gefaseerde regionale uitbreiding voor de hand. De VNG zal bij het opstellen van dat plan worden betrokken.

Tegelijkertijd kan er dan in een of meer gemeenten begonnen worden met een proef voor een ander domein, waarin alle generieke ervaringen uit het domein ‘Zorg’ meteen meegenomen kunnen worden. Als ook hiervan de meerwaarde is aangetoond, kan landelijke implementatie volgen. Daarbij kunnen dan weer de ervaringen betrokken worden van de landelijke implementatie voor het domein ‘Zorg’.